Zelf witte wijn maken van druiven uit eigen tuin - Stapsgewijze Handleiding van 12 stappen

Zelf witte wijn maken van druiven uit eigen tuin: handleiding in 12 stappen

Zelf witte wijn maken van druiven uit je eigen tuin is iets wat maar weinig mensen écht doen. Terwijl het proces verrassend toegankelijk is voor wie bereid is om er wat tijd en aandacht aan te geven. Geen ingewikkelde toestanden, geen mystiek — gewoon druiven, schoon werkmateriaal en een beetje geduld. Wat eruit komt? Een fles die niet alleen smaakt naar zomer, maar ook naar trots.

In deze gids begeleiden we je stap voor stap. Van het schoonmaken van je apparatuur tot het verschil tussen witte en rode wijn. Alles wat je moet weten om op een nuchtere manier zelf aan de slag te gaan met wijn maken. Of je nu een paar ranken in de achtertuin hebt of druiven koopt bij een lokale teler — het proces blijft in de kern hetzelfde.

En ja, die eerste slok uit je eigen fles zal je niet snel vergeten. Niet omdat het perfect is, maar omdat het van jou is.

Druiventros voor witte wijn, variëteit verdelho
Witte wijn begint bij het juiste fruit – zoals deze verdelho-druif.

De kunst van wijnmaken begint bij de basis

Er zit iets rustgevends in het proces van wijn maken. Niet omdat het altijd makkelijk is, maar omdat elke stap je dwingt om aanwezig te zijn. Zelf wijn maken betekent ook: leren begrijpen wat rijp fruit is, wat gisting doet, en wat het verschil is tussen schoon en steriel werken. Het is geen toverkunst — het is ambacht. En dat voel je in de smaak.

Wie zelf wijn maakt, kiest bewust. Je weet precies wat erin gaat. Geen toevoegingen die je niet kunt uitspreken, geen geknutsel met sulfieten of kunstmatige smaakversterkers. Dat maakt het niet alleen gezonder, maar ook duurzamer. Want elke fles die je zelf maakt, hoeft niet geproduceerd, gebotteld en vervoerd te worden over duizenden kilometers.

Waarom zelf witte wijn maken zo fascinerend is

Het begint bij het plukken van je druiven — of je ze nu zelf hebt geteeld of ergens lokaal hebt gehaald. Daarna kneus je ze met de hand. Geen haast, geen machines. Het is werk waar je lijf en handen iets van vinden, en dat mag. Wat volgt is de gisting: een natuurlijk proces waarin suikers worden omgezet in alcohol. Het vraagt geduld en een schone omgeving. Een stolp met waterslot beschermt je wijn tegen zuurstof en fruitvliegjes. Soms helpt een klein beetje voedingszout om het proces op gang te houden.

Na een aantal weken tot maanden komt er een moment waarop je je vat opent, ruikt, proeft — en beslist of het tijd is om te bottelen. Het is géén exacte wetenschap. En dat maakt het mooi.

Begin vandaag — niet morgen

Veel mensen denken erover. Maar wachten dan tot ‘het juiste moment’. Terwijl dit het juiste moment is. Een paar emmers, wat glazen flessen, een beetje ruimte op zolder of in de schuur — meer heb je niet nodig om te beginnen. Of je nu een droge witte wijn wilt maken van zelfgeplukte druiven, of een lichte huiswijn voor bij de barbecue — het proces is in de kern hetzelfde.

En het resultaat? Dat proef je het beste als je met vrienden aan tafel zit en iemand vraagt: “Heb je deze zelf gemaakt?”

Druivenmix van witte en blauwe rassen op houten tafel
Een mix van witte en rode druiven? Ook dat kan verrassend goed werken in eigen wijnprojecten.

De kunst van witte wijn bereiden begint met voorbereiding

Witte wijn maken vraagt geen dure apparatuur of professionele opleiding. Wat je wél nodig hebt: schone materialen, gezonde druiven en een beetje aandacht voor detail. Het proces begint namelijk nog vóór het persen — in de manier waarop je je spullen schoonmaakt en je druiven selecteert.

Niet elke druif is geschikt voor wijn. Te zuur, te waterig, of te weinig suikers — en je eindigt met iets dat eerder op azijn lijkt dan op wijn. Daarom loont het om even stil te staan bij wat je precies in je gistingsfles wilt hebben. Zoete, rijpe druiven met voldoende sap zijn meestal het meest geschikt. Haal bladresten, pitten en takjes er goed uit. En maak alles waarmee je werkt — flessen, emmers, lepels — brandschoon. Elke schimmel of bacterie kan je wijn verpesten nog vóór hij begint te gisten.

Essentiële materialen die je echt nodig hebt

Hieronder een overzicht van basismateriaal waarmee je als thuismaker prima uit de voeten kunt:

  1. Gistvoedingszout: ondersteunt de gist tijdens de fermentatie
  2. Gistactivator: helpt de gisting sneller en stabieler op gang te komen
  3. Klaringsmiddel: maakt je wijn later helder
  4. Wijngist: zet suikers om in alcohol
  5. Wijnflessen en kurken: om je wijn veilig te bewaren
  6. Kurkapparaat: om de flessen goed af te sluiten
  7. Hydrometer: meet het suikergehalte in je most
  8. Gistingsfles of -emmer: voor het fermentatieproces

Witte wijn maken voor beginners

Je hoeft geen expert te zijn om goede wijn te maken. Wat je vooral nodig hebt, is een beetje geduld en het lef om te beginnen. Met een paar simpele basisbenodigdheden en druiven zonder toegevoegde suikers kun je al een mooi resultaat behalen. Citroensap wordt soms toegevoegd om de zuurgraad een handje te helpen — zeker bij druiven met weinig zuur.

Je werkt meestal met een grote emmer, een glazen gistingsfles met waterslot, een hevel en kaasdoek. Alles goed schoon. Meer niet. Geen magie, geen dure ingrediënten. Alleen wat aandacht en hygiëne.

Wie zelf wijn maakt, ontdekt al snel: het hoeft niet duur te zijn. Veel kun je hergebruiken of lenen. En als je eenmaal begint, ga je vanzelf leren waar je echt baat bij hebt — en wat overbodige gadgets zijn.

Toevoegingen voor witte druivenwijn (4 liter)

Toevoeging Hoeveelheid Wanneer toevoegen? Opmerking
Wijndruiven (wit) 6–7 kg Stap 1 Zorg dat ze rijp en schoon zijn
Wijngist 1 zakje (5 g) Stap 3 Bijv. Lalvin QA23 of Vinoferm Wit
Suiker Afhankelijk van SG Stap 2 Alleen toevoegen als SG < 1.080
Pecto-enzym 1 theelepel Stap 2 Helpt klaring en sapextractie
Gistvoedingszout 1 theelepel Stap 3 Ondersteunt actieve fermentatie
Sulfiet (K₂S₂O₅) 1 gram Na 1e overheveling (Stap 5) Beschermt tegen oxidatie/bacteriën
Klaringsmiddel (optioneel) Volgens verpakking Na stap 5 (indien nodig) Bentoniet of gelatine

Eenvoudige stappen om te starten

  1. Verzamel het juiste materiaal: wijngist, druiven, iets om te gisten, waterslot en hevel
  2. Kies geschikte druiven: zoeter is vaak beter, zeker als je een lichte wijn wilt maken
  3. Reinig je spullen zorgvuldig: elk vuiltje kan invloed hebben op je eindproduct
  4. Pluk of koop je druiven: liefst vers en zonder rotte plekken
  5. Kneus de druiven met de hand: geen blender, gewoon voelen wat je doet
  6. Voeg de gist toe: zo begint het fermentatieproces echt

Het verschil tussen witte en rode wijn maken

Witte wijn wordt meestal gemaakt van witte druiven, maar het kan ook met blauwe — zolang je de schillen maar niet gebruikt. Rode wijn daarentegen dankt z’n kleur en smaak juist aan de vergisting mét schil en pit. Dit zijn de belangrijkste verschillen:

Witte wijn productie Rode wijn productie
Gemaakt van witte of blauwe druiven — zonder schillen Gemaakt van rode/blauwe druiven — mét schillen en pitten
Direct persen na kneuzing, om kleur en bitterstoffen te vermijden Fermentatie gebeurt mét schil, om tannines en kleur over te nemen
Wordt meestal eerder geoogst — druiven zijn frisser en zuurder Wordt later geoogst — met meer suikers en rijkere aroma’s
Alleen het sap (most) wordt gefermenteerd De most én de vaste delen worden samen vergist

De basis van wijn maken is bij witte en rode wijn grotendeels gelijk. Toch zijn er details die het verschil maken. De omgang met schillen, het moment van oogsten en de manier van gisten beïnvloeden smaak, kleur en structuur. Begrip van die verschillen helpt je om bewuste keuzes te maken, ook als je zelf aan de slag gaat.

Stap 1: Materialen reinigen en ontsmetten

Schoongemaakte wijnmaakmaterialen klaar voor gebruik
Zorg dat alle materialen schoon en vrij van restjes zijn voor je begint met wijn maken.

Voordat je ook maar één druif aanraakt, moet je werkplek schoon zijn. Alles wat met je wijn in aanraking komt — van flessen tot hydrometer — moet ontsmet zijn. Niet omdat we steriel willen werken, maar omdat je wijn kwetsbaar is in de eerste weken.

  • Gebruik geschikte reinigings- en ontsmettingsmiddelen van een wijnspeciaalzaak.
  • Reinig flessen, gistingsvaten en gereedschap met warm water en zeep.
  • Spoel goed na met schoon water — zeepresten beïnvloeden de smaak.
  • Dompel de materialen onder in ontsmettingsmiddel volgens de gebruiksaanwijzing.
  • Laat alles volledig drogen voor gebruik.

Rijping en temperatuur: oogsten op het juiste moment

De rijpheid van je druiven bepaalt het karakter van je wijn. En rijpheid hangt nauw samen met temperatuur. In warme perioden rijpen druiven sneller en bevatten ze meer suiker. In koelere omstandigheden blijven ze zuurder en frisser van smaak.

Plukken op het juiste moment is dus cruciaal. Te vroeg geoogste druiven leveren een vlakke, scherpe wijn op. Te laat geoogst betekent risico op overrijpe smaken of beginnende rot. Hou het weer in de gaten, proef regelmatig, en laat het oogstmoment afhangen van het doel dat je voor ogen hebt.

Overzicht van stappen in het maken van witte wijn
Elke stap in het proces beïnvloedt de smaak, zuurgraad en structuur van de uiteindelijke wijn.

Stap 3: Druiven kneuzen en ontstelen

Na het oogsten start het werk pas echt. De druiven moeten worden gekneusd, zodat het sap vrijkomt. Ontstelen helpt om bitterheid te voorkomen, omdat steeltjes looistoffen bevatten die niet altijd gewenst zijn bij witte wijn.

  • Kneuzen kan met de hand of met een eenvoudige kneuzer. Je voelt zo direct de kwaliteit van het fruit.
  • Ontstelen voorkomt bitterheid en ongewenste tannines. Doe dit handmatig of met een ontstelmachine.
  • Na het kneuzen kun je de druiven persen voor maximale sapopbrengst.
  • Deze stap bepaalt mede hoe schoon, helder en fruitig je wijn wordt. Neem er dus de tijd voor.

Kaliummetabisulfiet: bescherming tegen oxidatie

Bij witte wijn is het extra belangrijk om oxidatie te voorkomen. Voeg daarom direct na het kneuzen een kleine hoeveelheid kaliummetabisulfiet toe aan de most. Dit helpt om wilde gisten en bacteriën uit te schakelen, en voorkomt verkleuring.

Let op: een juiste dosering is essentieel. Te weinig werkt niet — te veel ruik en proef je. Weeg het af op basis van het volume sap in je vat en hou je aan de aanbevolen hoeveelheden van de leverancier.

Technieken voor kneuzen en ontstelen

Wie klein begint, kneust druiven vaak gewoon met de hand in een grote emmer. Handmatig werken heeft voordelen: je ziet direct wat er gebeurt en je behoudt controle over de consistentie. Wil je grotere hoeveelheden verwerken, dan zijn kneuzers en ontstelers een praktische investering.

Bij witte wijn is het de kunst om het sap snel te scheiden van de schillen. Zo voorkom je dat kleurstoffen en bitterstoffen uit de schil in je wijn belanden. Hoe sneller je werkt, hoe frisser het resultaat.

Stap 4: Optionele behandeling van de most

Nadat je de most hebt verzameld, kun je ervoor kiezen om aanvullende middelen toe te voegen. Niet per se noodzakelijk, maar het kan de smaak en houdbaarheid verbeteren.

  • Sulfiet: helpt oxidatie te voorkomen en remt ongewenste micro-organismen.
  • Enzymen: breken pectine af en verhogen de sapopbrengst.
  • Tannines: voegen structuur en mondgevoel toe aan een anders vlakke wijn.

Voor wie net begint met wijnmaken is minder soms beter. Voeg alleen iets toe als je weet waarom — en wat het doet. Experimenteer later pas met complexere recepten of toevoegingen.

Meer sap uit je druiven met pecto-enzymen

Wie witte wijn maakt, wil het sap zo efficiënt mogelijk uit de druiven halen. Pecto-enzymen helpen bij het afbreken van pectine, een natuurlijk bestanddeel dat de celstructuur van druiven versterkt. Door deze enzymen toe te voegen, verhoog je de sapopbrengst aanzienlijk.

Daarnaast heeft het gebruik van pecto-enzymen een positief effect op de helderheid en de smaak van de wijn. Het sap wordt schoner, minder troebel, en de gisting verloopt vaak soepeler. Je mengt de enzymen simpelweg door het druivensap vlak na het kneuzen, volgens de dosering van de fabrikant.

Albariño-druif gebruikt voor droge witte wijn
De albariño-druif wordt vaak gebruikt voor frisse, droge witte wijnen — met hoge sapopbrengst.

Extra toevoegingen aan de most

Naast enzymen zijn er nog een paar andere toevoegingen die je kunt overwegen zodra je most klaar is:

  • Gistvoedingsstoffen – voor een krachtige en stabiele fermentatie
  • Suiker – als het natuurlijke suikergehalte van je druiven te laag is
  • Tannines – indien je wat meer structuur of bewaarpotentieel wenst

Wees altijd terughoudend met toevoegingen. Elke ingreep heeft invloed op smaak en balans. Begin met kleine hoeveelheden, hou je aan de aanbevolen doseringen en documenteer wat je doet — zo leer je sneller bij een volgende batch.

Stap 5: Het persen van de most

Het persen van de most is de stap waarin het sap echt loskomt van het vruchtvlees en de schil. Voor witte wijn wil je dat sap zo snel mogelijk scheiden van de vaste delen. Dat voorkomt oxidatie, ongewenste kleur en bittere tonen.

  • Persen kan handmatig of met een kleine mechanische pers
  • Hoe sneller je werkt na het kneuzen, hoe frisser de wijn
  • Het verkregen sap is nu officieel ‘most’ en klaar voor verdere verwerking
Ambachtelijk persen van witte druiven na ontsteling
Ambachtelijk persen na kneuzing en ontsteling helpt om het sap snel te scheiden van de schillen.

pH controleren vóór het persen

Voor je perst, is het verstandig om de pH-waarde van je most te meten. Een juiste zuurgraad is belangrijk voor stabiliteit, smaak en houdbaarheid. Voor witte wijn ligt het ideale pH-bereik tussen 3,2 en 3,4.

Gebruik een betrouwbare pH-meter. Is de pH te hoog? Dan kun je corrigeren met wijnsteenzuur. Is de pH te laag? Dan is kaliumbicarbonaat een optie. Kleine aanpassingen maken vaak al verschil — overdrijf niet.

Kaliummetabisulfiet tijdens het persen

Om oxidatie en infectie te beperken, voeg je ook tijdens of direct na het persen een kleine hoeveelheid kaliummetabisulfiet toe. Dit beschermt je sap tegen ongewenste bacteriën en helpt de versheid te behouden.

Let op de dosering. Te veel sulfiet kan doordringen in geur of smaak. Te weinig geeft onvoldoende bescherming. Meet het volume sap en volg nauwkeurig de aanbevolen richtlijnen van je leverancier.

Vinoferm houten fruitpers met korf van 18 liter
Een eenvoudige korfpers is ideaal voor kleine hoeveelheden witte wijn.

Bekijk de houten fruitpers op Brouwland

Welke pers past bij jouw productie?

De keuze voor een pers hangt af van hoeveel druiven je wilt verwerken en hoeveel controle je wilt tijdens het persen. Voor kleine hoeveelheden volstaat vaak een handmatige korfpers. Die is eenvoudig schoon te maken en werkt zonder stroom. Werk je met grotere volumes of wil je sneller werken, dan is een elektrische pers of spindelpers een logische volgende stap.

Wat je ook kiest, zorg altijd voor een schone en goed werkende pers. Restjes van een vorige batch, schimmels of bacteriën kunnen je nieuwe wijn aantasten nog voordat die goed en wel is begonnen.

Stap 6: Wijn voorbereiden op klaring

Voordat je witte wijn gaat bottelen, moet hij helder zijn. Geen troebelheid, geen restdeeltjes. Daarvoor bestaan verschillende methoden. Sommige mensen laten de wijn maanden rusten, anderen gebruiken enzymen of klaringsmiddelen om het proces te versnellen.

  • Gebruik enzymen of stoffen zoals bentoniet om de wijn te klaren
  • Laat de wijn na toevoeging rusten zodat de deeltjes naar de bodem zakken
  • Wees geduldig: klaren kan dagen tot weken duren
  • Pas als de wijn volledig helder is, begin je aan het bottelproces

Technieken voor voorklaring

Voor wie het proces wil versnellen of optimaliseren zijn er twee veelgebruikte opties: enzymatische klaring en filtratie. Enzymen breken pectines en eiwitten af, waardoor vaste deeltjes sneller neerslaan. Filtratie werkt mechanisch: je laat de wijn door een filter lopen om de laatste troebeling eruit te halen.

Beide methodes zijn bruikbaar, ook voor thuiswijnmakers. Belangrijk is dat je weet wat je toevoegt, en waarom. Onnodig ingrijpen kan net zo goed de balans van je wijn verstoren.

Werking van klaringsmiddelen

Klaringsmiddelen zoals bentoniet, gelatine of enzymen helpen bij het verwijderen van fijne eiwitten, pectines en andere zwevende deeltjes die je wijn troebel kunnen maken. Door deze stoffen toe te voegen, wordt de wijn niet alleen helderder, maar ook stabieler — minder kans op flessen met bezinksel of smaakveranderingen.

Gebruik nooit meer dan nodig. Volg de dosering van je leverancier en roer de klaringsmiddelen goed door de wijn. Laat vervolgens voldoende tijd om het bezinksel te laten zakken vóór je overhevelt.

Brew Monk gistingsvat van roestvrij staal 30 liter
Een goed afgesloten vergistingsvat is essentieel tijdens de klarings- en fermentatiefase.
Bestellen bij Brouwland

Mijn ervaring met Brew Monk 30 L is degelijk, praktisch en betrouwbaar gebleken

Stap 7: Overhevelen naar het gistingsvat

Zodra de fermentatie zichtbaar op gang is, is het tijd om de wijn over te hevelen naar een schoon gistingsvat met waterslot. Dat voorkomt oxidatie én ongewenste micro-organismen. Het doel is een gecontroleerde, rustige fermentatie zonder blootstelling aan zuurstof. 

  • Zorg dat het gistingsvat volledig schoon en luchtdicht afsluitbaar is
  • Gebruik een hevel of sifon om het sap rustig over te brengen zonder de droesem mee te nemen
  • Sluit af met een waterslot zodat koolzuur kan ontsnappen zonder dat zuurstof binnendringt

Hoeveelheid en timing van overhevelen

Het juiste moment om over te hevelen hangt samen met de fermentatieactiviteit. Te vroeg overhevelen betekent dat de wijn nog niet is uitgegist — met risico op ongewenste bijsmaken. Te laat verhoogt de kans op oxidatie of autolyse (de afbraak van dode gistcellen).

Gebruik je zintuigen én je hydrometer. Meet het suikergehalte, ruik, kijk naar het CO₂-niveau. Als de activiteit langzaam afneemt, maar nog niet volledig gestopt is, zit je meestal goed.

Temperatuur onder controle houden

Tijdens fermentatie speelt temperatuur een doorslaggevende rol. Een te warme omgeving zorgt voor vluchtige aroma’s en ongecontroleerde gisting. Te koud, en het proces stopt of vertraagt.

De ideale temperatuur voor witte wijn ligt meestal tussen 12°C en 18°C, afhankelijk van het type gist en de druif. Gebruik een thermometertje in het vat, of plaats het gistingsvat op een plek waar je de temperatuur in de gaten kunt houden en bijsturen als nodig.

Wijn overhevelen zonder verlies

Na de eerste fermentatie is het tijd om de jonge wijn over te hevelen. Dit is het moment waarop je de vloeistof scheidt van de vaste deeltjes die zijn achtergebleven op de bodem — de zogenaamde droesem. Hoe zorgvuldiger je dit doet, hoe helderder en stabieler je wijn wordt.

Gebruik een hevelslang of sifon en werk langzaam, zodat je geen zuurstof introduceert. Zuurstof op dit moment kan oxidatie veroorzaken, wat ten koste gaat van de frisheid. Laat de wijn in het oorspronkelijke vat rustig bezinken, en laat de onderste laag met droesem onaangeroerd.

Helderheid van rode en witte wijn in glazen vergeleken

Wat je moet weten over droesem

Droesem bestaat uit vaste resten van het fermentatieproces: dode gistcellen, druivenschillen, pitjes en andere sedimenten. Als je deze niet tijdig verwijdert, kunnen ze invloed hebben op geur, smaak en stabiliteit.

Filteren is de eerste stap. Daarna laat je de wijn rusten met een klaringsmiddel zoals bentoniet of gelatine, zodat kleinere deeltjes neerslaan. Pas daarna is de wijn geschikt voor verdere rijping of botteling.

Stap 8: Sap analyseren en bijsturen

Voordat de volgende fermentatiefase begint, kun je het sap bijstellen. De zuurgraad en het suikergehalte bepalen namelijk hoe de wijn zich gaat ontwikkelen. Een goed uitgebalanceerd sap zorgt voor een stabiele gisting en een prettig mondgevoel in het eindproduct.

Dit is het moment om kleine correcties aan te brengen. Zodra de fermentatie op gang is, kun je nog weinig veranderen.

Alcoholpotentieel berekenen

Met een hydrometer meet je het soortelijk gewicht van de most. Daarmee kun je inschatten hoeveel alcohol er uiteindelijk gevormd zal worden. Hoe hoger het suikergehalte, hoe hoger het alcoholpotentieel — al is dat ook afhankelijk van de gebruikte gistsoort.

Als de most te weinig suiker bevat, kun je bijsturen met druivensuiker. Zit je te hoog, dan kun je verdunnen met water of sap. Dit is géén exacte wetenschap — ervaring helpt, net als noteren wat je doet.

Metingen van suikergehalte en alcoholpotentieel voor wijn
Het suikergehalte bepaalt hoeveel alcohol je wijn uiteindelijk bevat.

Balans vinden in de zuurgraad

Een wijn met te weinig zuur wordt vlak, eentje met te veel zuur wrang. Voor witte wijn ligt de ideale pH tussen 3,0 en 3,5. Binnen dit bereik komt de wijn het best tot z’n recht én blijft hij microbiologisch stabiel.

Met een pH-meter kun je nauwkeurig bijsturen. Zit je buiten de marges, dan kun je corrigeren met wijnsteenzuur (bij te hoge pH) of kaliumbicarbonaat (bij te lage pH). Doe dit altijd stap voor stap en proef het verschil.

Stap 9: De alcoholische gisting starten

Nu begint het hart van het wijnmaken: de fermentatie. Suikers worden omgezet in alcohol onder invloed van gist. Deze stap vraagt om een schone werkomgeving, gecontroleerde temperatuur en een gistsoort die past bij je doel (droog, fruitig, neutraal).

  • Voeg wijngist toe aan het sap, bij voorkeur als giststarter
  • Gebruik een goed afgesloten gistingsfles met waterslot
  • De gisting start binnen 6 tot 24 uur en duurt meestal 1 tot 3 weken
  • Let op tekenen van activiteit: gasvorming, schuim, temperatuurstijging

De temperatuur heeft grote invloed op het resultaat. Tussen de 15°C en 18°C is ideaal voor de meeste witte wijnen. Lager vertraagt de gisting, hoger maakt de wijn onstabieler of ruwer van smaak.

Giststarter: een gecontroleerde start

Een actieve giststarter is de sleutel tot een voorspelbare en gezonde vergisting. Gebruik wijngist en gistvoedingszout, en zorg dat alle materialen — zoals maatbekers, roerstaafjes en flessen — grondig gereinigd zijn. Vervuiling in deze fase kan ongewenste gisten introduceren die de smaak nadelig beïnvloeden.

Bereid je starter bij voorkeur met druivensap zonder toegevoegde suikers of conserveermiddelen. Laat de gist enkele uren activeren voordat je hem toevoegt aan het sap of de most.

Waarom gistvoeding essentieel is

Gist heeft naast suikers ook stikstof, vitaminen en mineralen nodig om goed te functioneren. Zonder voldoende voeding loop je risico op een trage of incomplete vergisting. Voeg gistvoeding toe volgens de dosering op het etiket, meestal bij aanvang en eventueel halverwege het proces.

Een goed gevoede gist zorgt voor een stabieler verloop en een nettere smaak. Zeker bij witte wijn, waar frisheid en balans belangrijk zijn, maakt dit verschil.

Voorbeeld van witte wijn of cocktail tijdens fermentatieproces

Hoe herken je actieve gisting?

Een actieve vergisting laat zich herkennen door gasbellen, schuimvorming en temperatuurstijging. De gist zet suikers om in alcohol en CO₂ — een proces dat gepaard gaat met warmte. Controleer dagelijks het waterslot en de temperatuur van het vat.

De hoofdvergisting duurt doorgaans 7 tot 14 dagen, afhankelijk van temperatuur, gistsoort en suikergehalte. Laat de wijn met rust tijdens deze fase en open het vat alleen als dat nodig is.

Wat als de vergisting vastloopt?

Een stagnerende vergisting kan verschillende oorzaken hebben: gebrek aan voedingsstoffen, te lage temperatuur of een uitgeputte giststam. Controleer eerst temperatuur en dichtheid. Blijft de dichtheid constant hoog? Voeg dan een nieuwe portie gistvoeding toe, of overweeg over te hevelen naar een schone, zuurstofarme omgeving om herstart te forceren.

Rustig blijven is essentieel. Een stilgevallen vergisting hoeft niet het einde van je batch te betekenen, zolang je op tijd ingrijpt.

Waarom je werkt met volle containers

Bij het persen van druiven is het belangrijk dat de pers- of fermentatiecontainers voldoende gevuld zijn. Te veel lucht in het vat verhoogt de kans op oxidatie en verlies van aroma’s. Bovendien levert een volle pers meer sap op, wat zorgt voor efficiënter gebruik van je druiven.

Laat wel ruimte over voor schuimvorming tijdens de fermentatie. Reken op ongeveer 10% leegte in je gistingsvat.

Gistingsproces witte wijn met druiven en perziken als voorbeeld
Een goedgevuld gistingsvat verkleint oxidatierisico’s en verhoogt het rendement.

Stap 10: Overhevelen en malolactische gisting

Na de hoofdgisting hevel je de wijn over naar een schoon vat. Hiermee verwijder je afgestorven gistcellen en andere sedimenten (droesem) die de smaak kunnen aantasten. Werk rustig en laat de onderste centimeters in het oude vat achter.

  • Spoel en desinfecteer de nieuwe container grondig voor gebruik
  • Gebruik een hevelslang en houd het uiteinde boven de droesem
  • Laat zo min mogelijk lucht bij de wijn komen

Malolactische gisting (optioneel)

Bij malolactische gisting (MLF) zetten melkzuurbacteriën het aanwezige appelzuur om in melkzuur. Dit maakt de wijn zachter van smaak en verlaagt de zuurgraad. MLF komt spontaan op gang bij voldoende temperatuur (>18°C), maar kan ook bewust worden geïnitieerd met een specifieke bacteriecultuur.

Voor witte wijnen is MLF niet altijd gewenst. Sommige stijlen behouden liever hun frisse zuren. Maak een bewuste keuze, afhankelijk van je druif, stijl en persoonlijke voorkeur.

Malolactische omzetting voorkomen

Niet elke witte wijn is gebaat bij malolactische fermentatie (MLF). Voor druivenrassen of wijnstijlen waarbij frisse zuren gewenst zijn, wil je dit proces juist actief vermijden. Gebruik in dat geval vrije sulfiet (SO₂) direct na de hoofdgisting om melkzuurbacteriën te onderdrukken. De optimale dosering ligt rond de 30 tot 50 mg/L, afhankelijk van pH en temperatuur.

Zorg daarnaast dat de wijn koel en zuurstofarm blijft. Hoge temperaturen, zuurstof en lage sulfietwaarden verhogen de kans op spontane MLF. Monitor je wijn regelmatig als je MLF wilt uitsluiten.

MLF bewust inzetten: flexibele keuzes

Wil je een zachtere, romigere wijn maken? Dan kan MLF juist wenselijk zijn. De bacteriën zetten appelzuur om in melkzuur, wat de wijn minder scherp en voller maakt. Je kunt dit proces spontaan laten plaatsvinden of gestuurd inzetten met een commerciële melkzuurbacterie zoals Oenococcus oeni.

MLF is niet zwart-wit: het effect hangt af van je druivenras, vinificatie en rijpingsstijl. Probeer verschillende technieken, vergelijk resultaten en ontwikkel een stijl die bij jouw voorkeur past.

Stroomdiagram van het wijnmaakproces met MLF
Malolactische fermentatie is optioneel bij witte wijn — de keuze beïnvloedt zuurgraad en mondgevoel.

Overwegingen rond MLF bij witte wijn

Als je werkt met druiven met een relatief hoge zuurgraad (zoals Riesling of Sauvignon Blanc), kan MLF te veel zuren afvlakken. Bij vollere rassen zoals Chardonnay levert het juist meer structuur en balans op.

Let op: MLF verhoogt de pH en verlaagt de microbiële stabiliteit. Controleer daarom altijd het SO₂-gehalte en bottel niet te vroeg.

Stap 11: Rijping van de wijn

Na de fermentatiefase begint de rijping. Dit is de periode waarin de wijn complexiteit, balans en verfijning ontwikkelt. Witte wijn kan rijpen op inox, glas, kunststof of hout — elk materiaal geeft een ander resultaat.

  • Laat witte wijn bij voorkeur minstens 3 tot 6 maanden rusten
  • Controleer regelmatig op oxidatie of afwijkende geuren
  • Overweeg lichte sulfietbijvoeging tijdens rijping voor stabiliteit
  • Koel bewaren (10-15 °C) helpt de aroma’s behouden

Witte wijn heeft doorgaans minder rijping nodig dan rood, maar ook hier geldt: proef regelmatig en volg de ontwikkeling actief.

De rol van vrij sulfiet (SO₂)

Vrij sulfiet beschermt tegen oxidatie en ongewenste bacteriën. Het bindt zich aan zuurstof, aldehyden en andere instabiele verbindingen. Te weinig sulfiet vergroot het risico op bederf; te veel kan de wijn scherp of zwavelig laten ruiken.

Een vrij sulfietgehalte tussen 25 en 35 mg/L is meestal voldoende voor witte wijn. Houd hierbij rekening met de pH-waarde: hoe lager de pH, hoe effectiever het sulfiet werkt.

Hoe meet je vrij sulfiet?

Er zijn twee gangbare methodes:

  • Testkits met reagens meten het vrije SO₂ rechtstreeks via kleurverandering. Ze zijn betaalbaar en redelijk betrouwbaar voor thuismakers.
  • Aspiratieapparaten (bijv. aeration-oxidation methodes) geven nauwkeurigere resultaten, maar zijn duurder en arbeidsintensiever.

Meet bij voorkeur voor én na elke belangrijke stap in het proces, en bewaar de resultaten in een logboek.

Zowel giststarter als vrij sulfiet bepalen het verloop en de houdbaarheid van je wijn. Vrij sulfiet meten en gist heractiveren
Zowel giststarter als vrij sulfiet bepalen het verloop en de houdbaarheid van je wijn. Vrij sulfiet meten en gist heractiveren

Invloed van hout op witte wijn

Houtgebruik kan de structuur, geur en smaak van witte wijn aanzienlijk verdiepen. Afhankelijk van het druivenras, de zuurgraad en het gewenste profiel kies je voor nieuw of gebruikt eikenhout, Frans of Amerikaans, of alternatieven zoals houtsnippers of staven.

Hout kan aroma’s van vanille, kokos, boter, toast en specerijen toevoegen, maar vraagt om zorgvuldige dosering. Een overmaat aan hout kan delicate fruittonen overstemmen. Het succes hangt af van timing, contactoppervlak en rijpingstijd.

Wanneer voeg je hout toe?

Houtinvloeden kunnen op drie momenten in het proces worden toegevoegd:

  • Tijdens de fermentatie: Fermentatie in eiken vaten zorgt voor integratie van houtaroma’s en een complexer mondgevoel
  • Tijdens de rijping: Houtcontact na fermentatie, via vaten of alternatieven, voegt extra diepte toe
  • Bij blending: Witte wijn kan deels op hout rijpen, waarna je blendt met niet-houtgerijpte wijn voor evenwicht

Let altijd op het zuurstofbeheer tijdens houtcontact. Hout laat micro-oxidatie toe, wat stabiliteit kan verbeteren, maar verhoogt ook het risico op oxidatie zonder goede SO₂-beheersing.

Houtgebruik in de praktijk

In de praktijk kun je werken met 225L barriques, grotere foeders of houtsnippers. De keuze hangt af van je doel en beschikbare ruimte. Bij thuismaken zijn houtsnippers (ongeveer 1-3 g/L) of staven een flexibel alternatief voor vaten.

Witte wijn met houtopvoeding vraagt vaker om batonnage (roeren van de lie) om complexiteit en romigheid te vergroten. Combineer dit met gecontroleerde rijpingstemperatuur (10–15 °C) en regelmatige meting van vrij sulfiet.

Evenwichtige houtinvloed

Een geslaagde witte wijn met hout is in balans: fruitigheid, zuurgraad en structuur blijven aanwezig, terwijl het hout de wijn ondersteunt. Begin conservatief en breid uit naarmate je ervaring toeneemt.

Werk je met kleine hoeveelheden wijn? Gebruik dan getoaste eikenchips in een netzakje dat je periodiek verwijdert en proef op vaste momenten. Zo behoud je controle over het eindresultaat.

Toediening van gist in wijnproductie Gist en houtgebruik bepalen samen het uiteindelijke aroma- en smaakprofiel van je witte wijn.

Rijping en overhevelen

Rijping is de afronding van het proces. Een belangrijk moment daarin is het overhevelen van de wijn naar een nieuw vat of dame-jeanne, waarbij je het bezinksel (droesem) achterlaat.

Dit vermindert het risico op ongewenste aroma’s en zorgt voor heldere, stabiele wijn. Overhevelen kan meerdere keren worden herhaald tijdens het rijpen, bijvoorbeeld om de 2 à 3 maanden.

Sulfiet tijdens de rijping

Na elke overheveling controleer je het vrije sulfietgehalte. Dit moet op peil blijven om oxidatie, azijnsteek en bacteriegroei te voorkomen. Idealiter meet je na elke handeling en voeg je sulfiet toe indien nodig (doelwaarde: 25–35 mg/L).

Gebruik zwavelzuuranhydride (SO₂), opgelost als metabisulfiet in water, en voeg dit toe met een doseerspuit. Gebruik altijd handschoenen en werk in een goed geventileerde ruimte.

Correct gebruik van sulfiet tijdens de rijping verlengt de houdbaarheid van je wijn en bewaart zijn aroma’s tot aan botteling.

Temperatuurbeheer tijdens rijping

Tijdens de rijping van witte wijn is een stabiele, koele omgeving van groot belang. Te hoge temperaturen versnellen oxidatie, bevorderen microbiële groei en tasten aroma’s aan. Te lage temperaturen vertragen de ontwikkeling van smaak en geur.

Streef naar een constante temperatuur tussen 10 en 12 °C, bij voorkeur in een donkere ruimte met beperkte temperatuurfluctuaties. Gebruik een wijnthermometer of digitale logger om de omgeving regelmatig te controleren. Proef tussentijds op afwijkingen zoals geur van azijn, muffigheid of smaakvervlakking.

Stap 12: Bottelen

Bottelen vormt de afsluiting van het vinificatieproces. Een goede voorbereiding voorkomt oxidatie, besmetting en smaakverlies.

  • Reinig en ontsmet alle flessen, kurken, hevelslangen, trechters en emmers zorgvuldig
  • Hevel de wijn rustig over naar flessen met een vulpijp of kraantje, en laat bezinksel in het vat achter
  • Sluit af met kurk of schroefdop, afhankelijk van de fles en voorkeur voor zuurstofdoorlaatbaarheid
  • Laat flesrijping toe: witte wijn ontwikkelt zich vaak gunstig in de eerste 3–6 maanden na botteling

Vrij sulfiet bij bottelen

Controleer vóór bottelen altijd het vrije sulfietgehalte. Tijdens hevelen en bottelen komt de wijn in contact met zuurstof, waardoor het beschermende effect van sulfiet afneemt. Breng het vrije sulfietniveau opnieuw op peil (meestal tot 25–35 mg/L, afhankelijk van pH).

Meet dit bij voorkeur met een vrije-sulfiet-testkit of aerometrische methode. Gebruik een verse oplossing van natrium- of kaliumdisulfiet en roer deze voorzichtig door de wijn voor botteling.

Actieve gistcellen en hun rol

Actieve gistcellen zijn essentieel tijdens fermentatie, maar bij botteling wil je zeker weten dat er geen restsuiker en geen actieve gist meer aanwezig is. Dit voorkomt ongewenste navergisting op fles, wat kan leiden tot troebelheid, drukopbouw of smaakafwijking.

Test op resterende suikers of laat de wijn een week in een warme ruimte staan met een waterslot. Geen belletjes = veilige botteling. Overweeg eventueel steriele filtratie of koude stabilisatie bij restsuiker >2 g/L.

Samenvatting van rijping, sulfiet en bottelstappen

  1. Overhevelen: Verwijder droesem, voorkom off-flavours, werk schoon en zuurstofarm
  2. Sulfiet toevoegen: Werk volgens metingen, doseer correct op basis van pH en wijnstijl
  3. Rijping controleren: Let op temperatuur (10–12 °C), oxidatie, aromaontwikkeling en eventuele fouten
  4. Bottelen: Werk hygiënisch, gebruik degelijke flessen en sluit direct af

Toediening van gist in wijnproductie Ook tijdens botteling blijft nauwkeurigheid belangrijk: geen actieve gisting meer, voldoende vrije sulfiet, en zuurstofvrij werken.

Temperatuurbeheersing tijdens rijping

Een constante temperatuur tijdens rijping is cruciaal voor het behoud van aroma’s en structuur. Voor witte wijn ligt de ideale rijpingstemperatuur tussen 7 en 13 °C. Binnen dit bereik blijven frisheid en zuurgraad behouden, terwijl smaak geleidelijk verdiept.

Vermijd temperatuurpieken: schommelingen zorgen voor versnelde oxidatie of aroma-afbraak. Gebruik een wijnkoelkast of een stabiele kelderruimte. Controleer de omgeving regelmatig met een thermometer of datalogger.

Stap 12: Bottelen

Het bottelproces vraagt om precisie. De wijn moet volledig uitgegist zijn, helder, microbiologisch stabiel en correct gesulfiteerd. Timing is daarbij essentieel: te vroeg bottelen kan restgisting geven, te laat bottelen kan oxidatie in de hand werken.

Vrij sulfiet bij bottelen

Bij botteling is het belangrijk dat het niveau van vrij sulfiet op peil is. Sulfiet beschermt de wijn tegen oxidatie en ongewenste micro-organismen. Houd het niveau tussen de 25–35 mg/L (afhankelijk van pH en wijnstijl). Lager dan dit verhoogt het risico op oxidatie; te hoog kan geur of smaak beïnvloeden.

Let op de pH: bij een lagere pH werkt sulfiet effectiever. Meet het vrije sulfietgehalte vlak vóór bottelen en corrigeer indien nodig met een nauwkeurige oplossing van kaliumdisulfiet. Werk schoon en met minimale zuurstofinwerking.

Controle op actieve gistcellen

Voor een stille witte wijn mag er geen actieve gist meer aanwezig zijn. Meet de soortelijke massa met een hydrometer — als deze gedurende meerdere dagen stabiel is (rond 0.990), is de gisting voltooid. Bij twijfel: laat de wijn nog een week bij kamertemperatuur staan met waterslot.

Actieve gistcellen kunnen bij restsuiker navergisting veroorzaken in de fles. Dat leidt tot drukopbouw, troebelheid of ongewenste bruis. Alleen bij bewuste keuze voor nagisting op fles (mousserende wijn) is dit wenselijk.

Wanneer bottelen?

De ideale bottelmomenten herken je aan drie factoren:

1. Voltooide fermentatie:

  • De soortelijke massa blijft minimaal 3 dagen stabiel
  • Geen CO₂-activiteit meer zichtbaar in waterslot
  • Heldere wijn zonder gistneerslag in suspensie

2. Gebalanceerde zuurgraad en smaak:

  • pH-waarde ligt bij voorkeur tussen 3.1 en 3.4
  • Evenwicht tussen fruitigheid en zuren, zonder scherpe randen
  • Smaak is afgerond, geen gist- of reductieve tonen meer

3. Aromatisch profiel is ontwikkeld:

  • Fruitige, bloemige of minerale tonen zijn aanwezig
  • Geen overheersende gist- of zwavelgeuren
  • Complexiteit ontwikkelt zich niet meer duidelijk bij verdere bulkrijping

Door deze parameters te combineren, kies je het juiste moment om te bottelen. Zo blijft de wijn stabiel, helder en in optimale conditie voor verdere flesrijping.

Conclusie: De Kunst van Wijn Maken

Zelf witte wijn maken is een proces dat tijd vraagt, maar ook veel voldoening geeft. Vanaf het moment dat je de druiven oogst tot aan het bottelen is het een samenspel van techniek, observatie en geduld. Elke stap draagt bij aan de smaak, helderheid en houdbaarheid van de wijn.

Wie zelf aan de slag gaat, leert beter begrijpen wat er in het glas zit. Je proeft niet alleen de druif, maar ook de keuzes die je onderweg hebt gemaakt — in temperatuur, timing, en aandacht. Of je nu werkt met een kleine tuinopbrengst of een grotere hoeveelheid druiven, de essentie blijft: zorgvuldigheid en eenvoud.

Met de juiste voorbereiding, materialen en kennis is wijn maken thuis heel goed mogelijk. En of het eindresultaat nu perfect is of nog ruimte biedt voor verbetering: het is en blijft jouw wijn. En dat maakt het bijzonder.

Geraadpleegde bronnen:

Veelgestelde vragen

Hoe maak je zelf witte wijn?

Zelf witte wijn maken begint met rijpe druiven, bij voorkeur witte variëteiten. Na het ontstelen en kneuzen laat je het sap vergisten zonder schillen. Vervolgens laat je de wijn klaren, rijpen en bottel je hem in een schone fles. Elke stap vraagt aandacht voor hygiëne, temperatuur en timing.

Kun je thuis wijn maken met druiven uit eigen tuin?

Ja, dat kan. Veel hobbyisten maken wijn van druiven uit hun eigen tuin. De opbrengst is vaak kleiner, maar het proces en het resultaat zijn even waardevol. Zorg voor voldoende suikergehalte in de druiven, en volg een beproefd stappenplan.

Hoeveel druiven heb je nodig voor één liter wijn?

Voor één liter wijn heb je ongeveer 6 tot 8 kilo druiven nodig. Dit hangt af van het saprendement van de druivensoort en de manier van persen.

Is zelf wijn maken moeilijk?

Het is technisch niet moeilijk, maar het vraagt wel geduld en zorgvuldigheid. Vooral het gistingsproces en het voorkomen van oxidatie zijn kritisch voor het eindresultaat.

Kun je van elke druivensoort wijn maken?

In principe wel, maar niet alle druiven leveren goede wijn op. Kies druiven met een hoog suikergehalte en voldoende zuren. Tafeldruiven zijn minder geschikt vanwege hun lage zuurstructuur.

Kan je zelf sangria maken met witte wijn?

Ja. Zelfgemaakte witte wijn is prima geschikt voor sangria. Voeg vers fruit toe zoals perzik, citroen en sinaasappel. Laat het geheel een paar uur trekken in de koelkast.

Hoe werkt een wijnmaakpakket van de HEMA?

Zo’n pakket bevat gist, voedingsstoffen, een waterslot en instructies. Je voegt zelf druivensap of druiven toe. Voor beginners is dit een laagdrempelige manier om kennis te maken met wijn maken.

Hoe maak je zelf witte wijnazijn?

Gebruik ongepasteuriseerde witte wijn en voeg een azijnmoeder toe. Laat het mengsel wekenlang staan op kamertemperatuur, zonder deksel maar wel met een doek tegen stof. Na enkele weken verandert de wijn in azijn.

Hoe maak je zuurkool met witte wijn?

Snijd witte kool fijn, meng met zout, druk stevig aan in een pot en voeg een kleine hoeveelheid witte wijn toe. Laat dit enkele weken fermenteren op kamertemperatuur. De wijn geeft een zachte, fruitige toets aan de zuurkool.

Wat is een goed stappenplan voor zelf witte wijn maken?

Een goed stappenplan omvat: druiven oogsten, kneuzen, persen, fermenteren, klaren, rijpen en bottelen. Houd de hygiëne en temperatuur in elke fase onder controle.

Welke materialen heb je nodig om wijn te maken?

Minimaal een gistingsvat, waterslot, hevelslang, hydrometer, thermometer, flessen en kurken. Gist en sulfiet zijn ook onmisbaar.

Hoe lang duurt het wijnmaakproces?

Gemiddeld 2 tot 3 maanden. De vergisting duurt meestal 1 tot 6 weken, de rijping nog enkele weken tot maanden afhankelijk van stijl en doel.

Kun je ook rode wijn maken?

Ja. Bij rode wijn fermenteer je de druiven met schil en pitten. De kleur en tannines komen hierdoor in de wijn terecht. Het proces is iets intensiever dan bij witte wijn.

Wat gebeurt er tijdens de gisting?

De gist zet de suikers in het druivensap om in alcohol en koolzuurgas. Tijdens deze fase ontstaan ook veel aroma’s. De temperatuur en gistsoort bepalen het tempo en karakter van de vergisting.

Kun je je zelfgemaakte wijn meteen drinken?

Na het bottelen is het verstandig om de wijn nog minimaal twee tot vier weken te laten rusten. Zo kan de smaak zich stabiliseren en komt de wijn beter tot zijn recht.

Disclosure: Als Bol.com en Brouwland.nl partner ontvangt deze website een kleine commissie bij aankopen via bovenstaande link.

Laat een lezersbijdrage achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Wijngist Calculator





Je hebt 0 gram gist nodig voor de ingevoerde hoeveelheid wijn.

Startpakket wijnmaken 30 l
€ 99,99