De aantrekkingskracht van zelf wijn maken van druiven uit eigen tuin zit in het hele traject. Van het plukken van de druiven tot het openen van de fles: elke stap geeft voldoening. Steeds meer mensen proberen het uit, omdat het een concrete manier is om meer uit de oogst te halen. Het geeft plezier én resultaat: je ziet je eigen druiven veranderen in een volwaardige drank.
In dit artikel vind je een handleiding in 12 stappen. Je leest hoe je geschikte druiven kiest, welke benodigdheden handig zijn en hoe je vergisting en bottelen aanpakt. Het overzicht is zo opgebouwd dat je het direct kunt volgen, ook als je voor de eerste keer wijn maakt.
Veiligheidstips voor Thuis
Wijnmaken thuis is leuk, maar veiligheid en hygiëne zijn cruciaal om besmettingen en gezondheidsrisico’s te voorkomen. Werk altijd in een schone omgeving om bacteriën zoals azijnzuurbacteriën te vermijden, die je wijn kunnen bederven.
Gebruik optioneel sulfiet (bijv. campden-tabletten) om oxidatie en bacteriën tegen te gaan; doseer volgens instructies (bijv. 1 tablet per 5 liter) en wees voorzichtig bij sulfiet allergieën.
Steriliseer alle materialen met een oplossing zoals Star San, kokend water of een oven op 120°C voor flessen. Draag handschoenen bij het hanteren van gist en chemicaliën. Bewaar wijn koel en donker om drukopbouw in flessen te voorkomen, wat glasbreuk kan veroorzaken als de vergisting niet volledig is.
Waarom zelf wijn maken van druiven uit eigen tuin?
De laatste jaren is hobby-wijnmaken sterk in opkomst. Met basiskennis en wat geduld blijken de resultaten vaak verrassend goed. Het geeft grip op de kwaliteit, je bepaalt zelf de smaak, en het proces brengt plezier en voldoening. Voor wie al druivenranken in de tuin heeft, is dit een logische en duurzame vervolgstap.
Benodigdheden voor zelf wijn maken
Voor een betrouwbare start zijn enkele materialen onmisbaar. Denk aan een vergistingsvat met waterslot, een stabiele wijn- of druivengist, suiker voor de vergisting, stevige flessen en passende kurken. Deze basis vormt de ruggengraat van elk wijnproject en zorgt dat je van experiment naar gecontroleerd resultaat gaat. Een compleet overzicht vind je bij onze benodigde materialen.
Checklist: wat heb je nodig?
Een overzicht helpt om niets te vergeten voordat je aan de slag gaat. Onderstaande tabel laat zien welke spullen essentieel zijn en welke functie ze hebben.
Benodigdheden | Functie | Alternatief voor beginners |
---|---|---|
Gist | Zorgt voor omzetting van suiker naar alcohol | Bakkersgist (maar minder stabiel) |
Vergistingsvat | Bevat de most tijdens de vergisting, luchtdicht afgesloten | Glazen demijohn of plastic emmer |
Waterslot | Laat koolzuur ontsnappen en voorkomt dat er zuurstof of bacteriën binnendringen | Folie met gaatje (tijdelijk) |
Suiker | Voeding voor de gist, beïnvloedt het uiteindelijke alcoholpercentage | Gewone tafelsuiker |
Flessen en kurken | Voor het bottelen en bewaren van de wijn | Schroefdopflessen (makkelijker) |
Stap 1 – Kies de juiste druiven
Alles begint bij de druiven. Voor zelf wijn maken van druiven uit eigen tuin bepaalt het druivenras in grote mate de uiteindelijke smaak en kwaliteit. Sommige rassen bevatten veel suiker en zijn daardoor geschikt voor vergisting, andere hebben juist meer zuren en geven een frissere wijn. In Nederland en België presteren Solaris, Johanniter en Regent vaak goed, omdat ze beter tegen ons klimaat kunnen.
Let erop dat de druiven volledig rijp zijn. Rijpe druiven leveren genoeg suikers voor een stabiele alcoholontwikkeling. Onrijpe druiven maken de wijn te zuur, overrijpe verstoren de balans. Iedere oogst heeft zijn eigen karakter: een warme zomer geeft vaak zoetere druiven, een koel seizoen juist meer zuren. Dat maakt iedere fles uniek — een weerspiegeling van het jaar waarin de druiven groeiden.
Druivenras | Suikergehalte | Zuurgraad | Verwachte opbrengst per plant |
---|---|---|---|
Solaris | Hoog | Laag | 5-10 kg |
Johanniter | Middel | Middel | 4-8 kg |
Regent | Hoog | Middel | 6-12 kg |
Meer uitleg over druivenrassen en hun eigenschappen vind je in de sectie belangrijke druivensoorten.
Stap 2 – Oogsten en voorbereiden
Het juiste plukmoment maakt verschil. Ideaal is wanneer de druiven stevig zijn, met volle smaak en voldoende suikers. Je kunt dit eenvoudig testen door te proeven, of je gebruikt een refractometer of hydrometer voor een nauwkeurige meting. Hoe hoger de waarde, hoe groter het alcoholpotentieel.
Na de oogst haal je takjes en rotte druiven eruit. Alles wat je toevoegt, beïnvloedt de uiteindelijke smaak. Gebruik dus alleen gezonde druiven en werk zo schoon mogelijk. Hygiëne is nu cruciaal: schone handen, gereinigde emmers, geen restjes vuil. Een kleine slordigheid kan later een hele batch bederven.

Stap 3 – Druiven kneuzen en persen
Daarna volgt het kneuzen: de schillen breken zodat het sap vrijkomt. Voor witte wijn pers je de druiven meestal direct om contact met schillen en pitten te beperken. Zo blijft de wijn lichter van kleur en smaak. Voor rode wijn laat je de most eerst samen met de schillen gisten, wat zorgt voor kleur en tannines.
Persen kan met een handmatige pers, een kneus-emmer of zelfs door de druiven voorzichtig te stampen in een schone bak. Het doel blijft: zoveel mogelijk sap winnen zonder de pitten te breken, omdat die bitterheid afgeven. Het sap dat je opvangt heet most — dit vormt de basis van je wijn.
Wie vaker wil experimenteren, investeert best in een degelijke pers. Dat werkt efficiënter en geeft constantere resultaten.

Stap 4 – Most meten en corrigeren
Meting uitvoeren
Het druivensap — de most — vormt het startpunt van je wijn. Meet eerst het suikergehalte met een hydrometer. De uitkomst heet soortelijk gewicht (SG). Hoe hoger de SG-waarde, hoe meer suiker en hoe hoger het potentiële alcoholpercentage.
Correcties toepassen
Is de waarde te laag, voeg dan wat suiker toe. Voor 10 liter most: voeg 200-500g suiker toe als SG onder 1.080 ligt. Ligt de waarde te hoog, verdun dan licht met water om een te zware wijn te voorkomen. Kleine correcties kunnen een groot effect hebben op het eindresultaat. Dit is vaak het moment waarop je merkt dat je echt grip krijgt op het proces. Formule voor alcoholpotentieel: (begin SG – eind SG) x 131.
Begin SG-waarde | Verwacht alcoholpercentage (%) |
---|---|
1.070 | 9,2% |
1.090 | 12,0% |
1.100 | 13,5% |
Stap 5 – Gist toevoegen
In deze stap voeg je de gist toe. Dit micro-organisme zet de aanwezige suikers om in alcohol en koolzuur en vormt daarmee de kern van het hele proces. Voor wijn is een specifieke wijn- of druivengist de beste keuze. Deze gisten zijn ontwikkeld voor stabiele vergisting en geven doorgaans een schonere smaak dan bakkersgist. Een overzicht vind je in onze categorie Alles Over Wijn Gist.
Je kunt de gist gelijkmatig over de most strooien of eerst oplossen in lauw water. Binnen korte tijd zie je de eerste tekenen van leven: kleine belletjes, wat schuim en een lichte gistgeur. Dat is het signaal dat de vergisting gestart is en je wijnproces echt begonnen is. Dosering: 1 zakje gist (5g) per 5-20 liter most. Start gist in water van 30-35°C om shock te voorkomen. Wilde gist op druiven kan onvoorspelbare resultaten geven; gebruik gecultiveerde gist en check op allergieën.
Stap 6 – Hoofdvergisting
Temperatuurcontrole
De hoofdvergisting is de fase waarin de gist volop actief is. Suikers worden in hoog tempo omgezet in alcohol en koolzuur. Het waterslot begint zichtbaar te werken en er ontsnapt een constante stroom gas. Deze periode duurt meestal een week tot tien dagen, afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de gekozen gist.
Tekenen van succes
Het vergistingsvat moet op een stabiele temperatuur blijven, idealiter tussen 18 en 22 °C. Bij lagere temperaturen verloopt de vergisting traag, bij hogere kunnen er ongewenste smaken ontstaan. Vul het vat niet tot de rand, want tijdens deze fase ontstaat veel schuim dat ruimte nodig heeft.
Wanneer het blubben in het waterslot merkbaar afneemt, weet je dat de hoofdvergisting bijna afgerond is. Een belangrijk moment: de eerste fase zit erop en de wijn begint echt vorm te krijgen.
Vergistingsvaten
Vergistingsvaten zijn een essentieel onderdeel van het wijnmaakproces, waarbij suikers worden omgezet in alcohol en de unieke smaak en het aroma van de wijn worden gevormd. Er zijn verschillende soorten vergistingvaten beschikbaar. Hier vind je uitgebreide lijst met verschillende soorten vergistingvaten in allerlei maten en prijzen.

Stap 7 – Hevelen en klaren
Na de hoofdvergisting blijft er op de bodem van het vat een laag gist en pulp achter. Om te voorkomen dat deze resten de smaak beïnvloeden, hevel je de jonge wijn over naar een schoon vat. Dit proces heet overhevelen of hevelen. Met een hevelslang breng je de wijn rustig over, zonder dat er veel zuurstof bij komt.
Door dit regelmatig te doen verwijder je de droesem en krijgt de wijn de kans om helder te worden. Een kleine handeling, maar vaak bepalend voor het verschil tussen een troebele wijn en een helder eindresultaat dat uitnodigt om te schenken.
Stap 8 – Tweede vergisting
In het nieuwe vat volgt een rustigere fase: de tweede vergisting. Hierbij worden de laatste restsuikers langzaam afgebroken. Deze periode duurt vaak weken tot enkele maanden. Geduld is hier belangrijk, want de wijn krijgt tijd om te stabiliseren en ongewenste smaken verdwijnen vanzelf.
Controleer af en toe of het waterslot nog activiteit vertoont. Het blubt minder vaak, maar zolang er gas ontsnapt is het proces nog bezig. Laat de wijn in deze fase vooral met rust. Het lijkt alsof er weinig gebeurt, maar juist in deze stilte ontwikkelt de wijn zich verder.
Stap 9 – Meten en proeven
Wanneer de tweede vergisting tot rust komt, is het tijd om opnieuw te meten. Gebruik een hydrometer om het soortelijk gewicht te controleren. Blijft de waarde enkele dagen stabiel, dan is de vergisting afgerond. Vaak ligt de eindwaarde rond 0,990 tot 0,995, wat aangeeft dat bijna alle suikers zijn omgezet in alcohol.
Naast meten is proeven essentieel. Je krijgt zo inzicht in de smaak, het zuurgehalte en het mondgevoel. Soms blijkt dat de wijn nog wat tijd nodig heeft, soms proef je dat hij al klaar is voor de volgende stap. Een proefmoment voelt bovendien als een beloning voor het geduld dat je hebt gehad.
Stap 10 – Bottelen
Wanneer de wijn helder is en de vergisting volledig achter de rug, kun je gaan bottelen. Gebruik stevige wijnflessen en kurken van goede kwaliteit. Een hevelpijp met vulpijpje helpt om de flessen rustig en zonder morsen te vullen. Hygiëne is opnieuw belangrijk: flessen en kurken moeten volledig schoon zijn, zodat er geen besmetting optreedt. Steriliseer flessen in de oven op 120°C of met een steriliseeroplossing.
Laat in elke fles een paar centimeter ruimte onder de kurk. Zo kan de wijn zich zetten zonder dat er druk opbouwt. Met een kurkapparaat gaat het afsluiten vlot en gecontroleerd. Een goed afgesloten fles vormt de basis voor een stabiele rijping. Alternatief: gebruik schroefdoppen voor beginners.
Stap 11 – Etiketten en presentatie
Na het bottelen is het leuk om je flessen een eigen uitstraling te geven. Een zelfgemaakt etiket geeft de wijn een persoonlijke identiteit. Je kunt gebruikmaken van online tools of een ontwerp maken in een grafisch programma. Een etiket hoeft niet complex te zijn: een naam, het jaartal en het druivenras maken het al compleet.
Meer ideeën vind je in onze uitleg over zelf wijn etiketten maken. Een etiket maakt het verschil tussen een fles die ongezien in de kast staat en een fles die je met trots schenkt of cadeau geeft.

Stap 12 – Rijping en bewaren
Na het bottelen volgt de rijping. In deze fase ontwikkelen de smaken zich verder en krijgt de wijn meer balans. Witte wijn heeft meestal genoeg aan een paar maanden, terwijl rode wijn vaak langer mag rusten, soms een jaar of meer. Belangrijk is dat je de flessen koel, donker en stabiel bewaart.
Een wijnkelder of een wijnklimaatkast is ideaal, maar een koele berging kan ook voldoen. Vermijd plaatsen met grote temperatuurschommelingen of direct zonlicht. Met wat geduld merk je dat de wijn zich met de tijd steeds verder verfijnt. Het openen van de eerste fles na maanden wachten voelt vaak als een beloning op zichzelf.
Duurzaam Wijnmaken Thuis
Maak je wijnproces nog groener door duurzame praktijken. Hergebruik flessen en kurken, teel druiven organisch zonder pesticiden, en composteer de pulp en schillen voor je tuin. Meng druiven met andere tuinvruchten zoals bessen voor hybride wijnen, of voeg houtchips toe tijdens rijping voor een eikensmaak zonder nieuw vat. Dit vermindert afval en maximaliseert je oogst.
Tips & veelgemaakte fouten bij wijn maken
Zelf wijn maken vraagt geen ingewikkelde technieken, maar er zijn wel punten waarop het vaak misgaat. Deze tips helpen je om fouten te voorkomen en het proces soepel te laten verlopen:
Probleem | Oorzaak | Oplossing |
---|---|---|
Vergisting start niet | Te koude temperatuur of dode gist | Verwarm tot 20°C en voeg nieuwe gist toe |
Wijn smaakt zuur/azijnachtig | Bacteriële besmetting | Voeg sulfiet toe en hevel over; voorkom door betere hygiëne |
Troebele wijn | Onvoldoende klaring | Gebruik klaringsmiddel zoals bentoniet of laat langer rusten |
Te weinig alcohol | Te laag suikergehalte | Meet SG en voeg suiker toe bij start |
Overlopend schuim | Vat te vol | Vul vat max. 80% en zorg voor ruimte |
- Hygiëne is essentieel – werk altijd schoon. Vuil of bacteriën kunnen de wijn snel aantasten.
- Geduld tonen – geef de wijn tijd om te vergisten en te rijpen. Te vroeg bottelen levert instabiele flessen op.
- Blijven meten – gebruik je hydrometer zowel aan het begin als aan het eind. Zo houd je zicht op het proces.
- Regelmatig proeven – cijfers vertellen veel, maar je smaak geeft het beste beeld van balans en ontwikkeling.
- Ruimte in het vat – tijdens de hoofdvergisting ontstaat schuim. Zorg voor voldoende ruimte om overlopen te voorkomen.
- Begin klein – Start met 5-10 liter om te experimenteren, in plaats van je hele oogst te riskeren.
Variaties: rode en rosé wijn
De basisstappen blijven hetzelfde, maar bij rode en rosé wijn zijn er een paar belangrijke verschillen. Voor rode wijn laat je de most gisten met de schillen. Zo ontstaan kleur, tannines en een diepere smaak. Deze vergisting duurt langer en de wijn rijpt meestal ook langer door in de fles om de smaak rond te maken.
Rosé wijn ontstaat wanneer de schillen maar kort in contact blijven met de most, vaak slechts enkele uren tot een dag. Daarna worden de druiven geperst en volgt de vergisting zoals bij witte wijn. Het resultaat is een frisse, fruitige wijn met een lichtere kleur en minder tannines.
Heb je meerdere druivensoorten in je tuin, dan loont het om beide varianten te proberen. Zo ervaar je direct hoeveel invloed de schillen hebben op smaak en karakter. Experimenteer ook met sparkling wijn: voeg suiker en gist toe voor flesvergisting. Of maak fruitwijn-hybrides door druiven te mengen met bessen uit de tuin.
Veelgestelde vragen
Mag je zelf wijn maken in Nederland en België?
Ja, het is toegestaan om voor eigen gebruik wijn te maken. Er is geen vergunning nodig zolang je de wijn niet verkoopt. Voor commerciële verkoop gelden wel andere regels en belastingen.
Hoe lang duurt het hele proces van wijn maken?
Van oogsten tot het openen van de eerste fles duurt het meestal enkele maanden. De vergisting neemt zes tot tien weken in beslag, daarna rijpt de wijn vaak nog drie tot zes maanden in de fles.
Hoeveel flessen wijn haal je uit 10 kilo druiven?
Reken gemiddeld op zes tot zeven flessen per tien kilo druiven. Dit kan iets variëren afhankelijk van het druivenras en de persmethode.
Kun je wijn maken zonder gist toe te voegen?
Het is mogelijk om gebruik te maken van wilde gisten die op de druiven zitten. Dit levert echter minder voorspelbare resultaten op. Voor beginners is het veiliger om een wijngist toe te voegen voor een stabiel proces.
Welke druivenrassen zijn het meest geschikt?
In ons klimaat doen rassen als Solaris, Johanniter, Regent en Rondo het goed. Deze zijn beter bestand tegen kou en vocht, en leveren toch voldoende suiker en aroma’s op.